Blog | Spoedreparatie fiscale eenheid, wat nu?
Het is u vast niet ontgaan dat als gevolg van een tweetal arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 22 februari 2018 de fiscale eenheid wetgeving in de vennootschapsbelasting met terugwerkende kracht wordt ‘gerepareerd’. Deze reparatie heeft gevolgen voor reeds bestaande Nederlandse fiscale eenheden. Of en in hoeverre uw onderneming hierdoor zal worden geraakt, valt op dit moment nog niet te zeggen. Waar gaat het om?
De fiscale eenheid
Met het vormen van een fiscale eenheid worden Nederlandse vennootschappen voor de heffing van vennootschapsbelasting behandeld als ware zij één vennootschap. Het aanmerken van de hele groep als één belastingplichtige brengt veel voordelen met zich mee. Vennootschappen hoeven niet afzonderlijk aangifte te doen, verliezen kunnen onderling worden verrekend en onderlinge transacties en schuldverhoudingen blijven in beginsel buiten beschouwing. Dit heeft gunstige gevolgen voor onder meer renteaftrekbeperkingen.
‘Per-element’ benadering
Op grond van nationale wettelijke bepalingen kunnen alleen feitelijk in Nederland gevestigde vennootschappen in de fiscale eenheid worden opgenomen. Een grensoverschrijdende fiscale eenheid, tussen een in Nederland gevestigde vennootschap en een in het buitenland gevestigde vennootschap is niet mogelijk.
In eerdere Europese jurisprudentie is reeds uitgemaakt dat dit verbod niet in strijd is met het Europees recht. Nederland is dus niet verplicht om de fiscale eenheid ook in grensoverschrijdende situaties toe te staan. Echter in de twee arresten van 22 februari 2018 bepaalt het HvJ EU wel dat de zogenoemde ‘per-elementbenadering’ geldt.
Deze ‘per-elementbenadering’ houdt in dat bepaalde voordelen die voor Nederlandse vennootschappen zijn te behalen met het vormen van een fiscale eenheid, ook beschikbaar moeten zijn voor vergelijkbare Europese Unie (EU)/Europese Economische Ruimte (EER) situaties waarbij geen fiscale eenheid mogelijk is, omdat één van de vennootschappen niet in Nederland is gevestigd.
Reparatie
De staatssecretaris heeft aangegeven deze ‘uitbreiding’ van de fiscale eenheid niet te willen accepteren. Als gevolg van de uitspraken van het HvJ EU in deze twee arresten, zal de fiscale eenheidswetgeving daarom worden gerepareerd. Per brief van 22 februari 2018 geeft de staatssecretaris van Financiën aan, de eerder aangekondigde spoedreparatiemaatregelen in het tweede kwartaal van 2018, als wetsvoorstel aan de Tweede Kamer te willen aanbieden.
De staatssecretaris kiest er echter niet voor om de ongelijkheid tussen binnenlandse en EU/EER situaties op te heffen door de voordelige elementen van het fiscale eenheid regime ook in EU/EER situaties toe te kennen. In tegendeel, hij kiest er voor om de ‘voordelige’ elementen van de fiscale eenheid ook in binnenlandse situaties op te heffen. Dit leidt dus tot een inperking van die fiscale eenheid.
De reparatiewetgeving zal terugwerkende kracht hebben tot 25 oktober 2017, 11.00 uur, het moment van de bekendmaking van de spoedreparatiemaatregelen.
De volgende regelingen (in de vennootschapsbelasting en dividendbelasting) moeten hierdoor vanaf het genoemde tijdstip worden toegepast alsof geen sprake was geweest van een fiscale eenheid:
1. renteaftrekbeperking tegen winstdrainage;
2. regeling voor beleggingsdeelnemingen in de deelnemingsvrijstelling;
3. renteaftrekbeperking inzake bovenmatige deelnemingsrente;
4. verliesbeperking bij wijziging van het uiteindelijk belang, en
5. afdrachtvermindering bij dooruitdeling van dividenden in de dividendbelasting.
Over de details van het wetsvoorstel worden nog geen uitlatingen gedaan.
Toekomst van de fiscale eenheid
De reparatiemaatregelen die met terugwerkende kracht worden ingevoerd zijn waarschijnlijk een tijdelijke oplossing. Het is de inschatting dat de Nederlandse fiscale eenheid ingrijpend zal worden aangepast. De staatssecretaris heeft eerder al aangekondigd dat wordt gedacht aan de introductie van een ‘toekomstbestendige concernregeling’. Hoe deze regeling er exact uit zal zien is momenteel nog onduidelijk. Wel heeft de Staatssecretaris van Financiën in reactie op de uitspraak van het HvJ EU aangegeven dat de aan de fiscale eenheid ten grondslag liggende consolidatiegedachte in de nieuwe regeling niet lijkt terug te keren.
Gevolgen en oplossing
De gevolgen van de reparatiemaatregelen voor uw onderneming zijn sterk afhankelijk van de concrete situatie. Omdat de reparatiewetgeving terugwerkende kracht heeft, is een hogere verschuldigde vennootschapsbelasting in sommige gevallen onvermijdelijk.
Waar mogelijk kan het gunstig zijn te wachten met het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting 2017 van de fiscale eenheid totdat er meer bekend is omtrent de inhoud van het wetsvoorstel. In alle gevallen vraagt de situatie om maatwerk.
In bepaalde EU/EER situaties kan het voordelig zijn een beroep te doen op de beslissing van het HvJ EU voor de periode voorafgaand aan de reparatiewetgeving, zodat voor deze periode van de ‘per-element benadering’-voordelen gebruik kan worden gemaakt. Voorwaarde voor een succesvol beroep is dat sprake is van een nadeel dat niet zou zijn opgetreden in een vergelijkbare binnenlandse situatie. Of aan deze voorwaarde wordt voldaan, dient per situatie beoordeeld te worden. Een dergelijk beroep is alleen mogelijk voor de boekjaren waarvoor de aanslag vennootschapsbelasting nog niet definitief is opgelegd tot 25 oktober 2017, 11.00 uur. Vanaf 25 oktober 2017, 11.00 uur kan door de reparatiewetgeving geen beroep meer worden gedaan op de ‘per-elementbenadering’.
Uiteraard blijven wij de ontwikkelingen op de voet voor u volgen.
Nienke Krouwel | maart 2018