Nicky Catsburg | Topcoureur met duobaan
Vorig jaar verhuisde Nicky Catsburg naar België. Schuiteman Accountants & Adviseurs adviseerde hem over de fiscale aspecten van zijn emigratie.
Nicky Catsburg is één van de beste autocoureurs van Nederland. Over zijn strategie en weg naar de top, hoe je erbij blijft als nieuwe concurrenten zich aandienen en wat je daar als ondernemer van kunt leren.
Oké. De Formule 1 is het hoogst haalbare in de racesport. Maar als je in een tourwagen rijdt – een raceauto die qua model lijkt op een gewone auto – is dit de koningsklasse. Wanneer je dan zoals Catsburg een stoeltje weet te veroveren bij één van de meest prestigieuze fabrieksteams en regerend kampioen Hyundai, kun je een aardig potje racen.
Duobaan
En dan te bedenken dat hij ook een contract heeft bij BMW. Voor dat wereldmerk neemt hij deel aan het wereldkampioenschap in de GT-klasse en rijdt hij een aantal legendarische endurance races, zoals de 24 uur van Le Mans. Daarmee is Catsburg een unieke coureur in de sport.
“Er zijn bijna geen coureurs die zoals ik met twee verschillende auto’s rijden. Voor mij is het een strategische keuze. Ik wil zo lang mogelijk actief zijn in de sport en dan helpt het dat je op meerdere fronten actief bent. Maar het maakt me ook completer als coureur. Ik heb simpelweg meer ervaring omdat ik meer racekilometers per jaar maak.”
Dat zowel BMW als Hyundai accepteren dat hij niet exclusief hun merk vertegenwoordigt op de circuits zegt iets over het talent en de capaciteiten van Catsburg. Maar dat betekent niet dat hij achterover kan leunen. “Ik ben inmiddels 31, wat best oud is in de racesport. Met de jaren verlies je steeds een beetje snelheid omdat je reactievermogen afneemt. Ik moet me dus op andere manieren onderscheiden van de jonge gasten die nu in de auto stappen en misschien net een fractie sneller zijn dan ik. Dat doe ik bijvoorbeeld door de manier waarop ik feedback geef aan de crew en help bij het verbeteren van de auto. Als ik nu terugkijk denk ik: ik was vroeger best een eigenwijze en arrogante egoïst. Alleen maar bezig met sneller zijn dan anderen. Nu zie ik in dat samenwerking en relaties minstens zo belangrijk zijn om aan de top te blijven.”
Sloopauto’s
Catsburg groeide op in Voorthuizen, waar zijn opa en vader een garagebedrijf runden. De jonge Nicky was er menig vrij uurtje te vinden en reed al in afgedankte sloopauto’s toen hij nog op de basisschool zat. Toen zijn oudere broer hem een aantal jaren later meenam naar de kartbaan, ontstond de liefde voor de racesport “Ik was meteen sneller dan een paar van mijn vrienden. Toen dacht ik: ik ben hier best goed in.”
Maar om de top in de autosport te bereiken moet je meer dan talent hebben. “Als je goed kan voetballen word je gescout door een profclub, ga je daar trainen en schop je het misschien tot prof. De autosport is anders. Duurder vooral. Dat betekent dat je mensen nodig hebt die investeren in jouw racecarrière. Ik heb geluk gehad dat mijn vader en sponsoren zoals Schuiteman bereid waren om mij jarenlang te financieren. Anders had ik hier nu niet gezeten.”
Er zijn momenten geweest dat hij twijfelde. Zijn racecarrière wilde laten voor wat het was. “In 2009 had ik de Eurocup Mégane Trophy gewonnen. Ik dacht: dit wordt mijn doorbraak. Nu gaan de fabrieksteams me bellen en kan ik betaald gaan racen. Maar het bleef helemaal stil, er kwam geen enkele aanbieding. Toen zat ik er wel even doorheen. Ik dacht: hoe realistisch is die droom om professioneel coureur te worden, hoe lang blijf ik anderen vragen om in mij te investeren? Ik wist dat mijn vader zijn laatste euro’s in mijn kansen zou steken, maar wilde ik dat zelf wel?”
Catsburg koos ervoor om een sportieve stap terug te zetten en weer op nationaal niveau te gaan racen in de GT4-klasse. “Daar hoefde ik zelf geen geld voor mee te nemen, verdiende ik zelfs iets. Achteraf bleek het een verstandige keuze. Want door die stap kreeg ik later in het jaar de uitnodiging om een snelle GT3-auto te testen. Ik reed die testdag samen met een ervaren GT3-coureur en zette een snellere tijd neer. Vier races later zat ik betaald in een fabrieksauto. Je moet zo’n kans natuurlijk wel pakken als je hem krijgt, maar ik vergeet nooit dat ik een geluksvogel ben. ”
Fysiek zwaar
Soms hoort hij weleens: racen dat is toch geen topsport. Hoe zwaar kan het nou zijn om twee uur lang in een auto te zitten? Catsburg moet erom lachen. “In een raceauto is het zo’n twintig graden warmer dan erbuiten. Dus als je bijvoorbeeld in Marokko rijdt, loopt de temperatuur op tot zo’n vijftig graden. Je verliest veel vocht, de pedalen zijn soms zo heet dat je ze bijna niet kan aanraken.” “Verder heb je te maken met hoge G-krachten”, vervolgt Catsburg. “Soms heb ik na een paar rondjes al het gevoel dat ik aan de beademing moet. Daarom train ik veel op de racefiets. Als je fit bent, heb je meer hersencapaciteit vrij om vooruit te denken: hoe houd ik de auto heel, welke strategie kies ik, welke risico’s neem ik wel en niet?”
Rijd je 24-uursraces, dan komt daar nog een extra dimensie bij. “Dat is fysiek nog zwaarder. Je zit 6 tot 8 uur achter het stuur en slaapt bijna niet. Je rijdt in het licht, het donker en de schemering, soms moet je meerdere keren schakelen tussen een droge en natte baan. En dat in een auto die helemaal op de limiet gebouwd is, maar niet gemaakt is om zo’n hoge snelheid heel lang vol te houden. Je moet dus steeds balanceren tussen wat je vraagt van de auto en het mentaal enorm scherp blijven, want elk foutje kan fataal zijn.”
Crashes
Dat ervoer hij dit jaar nog toen BMW hem uitkoos voor de kwalificatie van de legendarische 24-uursrace van Le Mans. “Dat is één van de belangrijkste races van het jaar voor fabrieksteams. Er komen honderdduizenden fans op af, miljoenen mensen kijken mee op tv. Wat we daar doen is niet alleen topsport, het is ook gewoon keiharde business. Onze snelheid en prestaties op de baan dragen bij aan de autoverkopen. Ze zeggen niet voor niets: Race on Sunday, sell on Monday.”
En uitgerekend met de schijnwerpers op zich, in één van de belangrijkste weekeinden van het jaar, reed Catsburg zijn auto vol in de muur. “Dat was een heel moeilijk moment. Je komt dan de pitstraat in waar je teamgenoten en de crew staan. Je weet dat ze allemaal denken: wat ben jij een eikel. Want nu moet het team de hele nacht door om die auto op te knappen, terwijl ze de volgende dag 24 uur een topprestatie moeten leveren.”
“Het liefst wil je dan onzichtbaar zijn. In je hotelkamer lekker in je eentje door de grond gaan”, haalt Catsburg het moment terug. “Dat heb ik niet gedaan. Ik heb excuses aangeboden aan het team, ben gebleven om de monteurs te helpen. Je moet op dat moment over je teleurstelling heen stappen. Ik kan niet zonder het team, dus op zulke momenten moet ik mijn verantwoordelijkheid nemen en er staan. Dat betaalt zich later uit. Winnende teams zijn vaak teams waar monteurs voor rijders door het vuur gaan, waar het familiegevoel heerst.”
Hoe hij na zo’n crash de volgende keer weer in de auto stapt? “Natuurlijk zit dat in je hoofd, maar je kunt niet op safe een race in gaan. Als ik risico’s ga mijden of zelfs maar op 98% van mijn kunnen rijd, dan verlies ik sowieso. Ik houd mezelf altijd voor: Nicky, je kunt echt wel racen en je hoeft jezelf niet meer te bewijzen. Het verschil tussen een goede en gemiddelde coureur is hoe ver je terugvalt na een slechtere prestatie. Ervaring is daarbij een groot voordeel.”
Lessons learned
- Er komt altijd iemand die u verslaat op uw huidige sterkste punt. Zorg tegen die tijd dat er andere redenen zijn waarom men niet om u heen kan.
- Zorg dat u fit bent, dan hebt u meer denkcapaciteit over om vooruit te denken en strategische beslissingen te nemen.
- Spreid uw kansen en kies niet altijd voor het hoogst haalbare: soms is succes beter te realiseren door een stap terug te doen.
- U kunt maar beperkte tijd het uiterste van mensen en middelen vragen. Doet u dit te lang, dan neemt de kans op schade toe.
- Bied excuses aan als u zelf een fout hebt gemaakt en neem bij tegenslagen uw verantwoordelijkheid als leider door een stap extra te zetten. Dat krijgt u terug in de vorm van extra inzet en loyaliteit.