Doorverhuur vakantiewoning: marge belast tegen 21%
Verhuurorganisaties moeten er rekening mee houden dat binnenkort het verlaagde (9%) btw-tarief niet meer toepasbaar is op de verhuur van vakantiewoningen van derden. Volgens het Europees Hof van Justitie moet de reisbureauregeling worden toegepast door verhuurorganisaties voor de doorverhuur van een vakantiewoning. Op dit moment geldt nog het verlaagd btw-tarief. Het beleid in Nederland moet daarom worden aangepast.
Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat het door een reisbureau (of verhuurorganisatie) ter beschikking stellen van een vakantiewoning, gehuurd van een (btw-)ondernemer (de ‘particulier’ die een vakantiewoning exploiteert), één dienst vormt. Ook als de (btw-)ondernemer aanvullende prestaties verricht, zoals het schoonmaken van de vakantiewoning en een wasserij- en broodjesservice. Als de vakantiewoning wordt ingekocht en vervolgens op eigen naam wordt doorverhuurd, is daarop niet het verlaagd btw-tarief van toepassing, maar geldt de (btw-)reisbureauregeling. De reisbureauregeling houdt in dat (alleen) de marge die de verhuurorganisatie behaalt, belast is met (21%) btw. De verhuurorganisatie brengt geen btw in rekening aan de huurder (de ‘vakantieganger’), maar draagt btw af over/uit de behaalde winstmarge. De verhuurorganisatie kan de 9% btw op de huurkosten (van de ‘particuliere’ eigenaar/exploitant van de vakantiewoning) niet aftrekken.
Verhuurorganisaties kunnen nu nog gebruik maken van het verlaagd btw-tarief bij de (door)verhuur van de vakantiewoningen en de btw op inkoop(kosten) van de vakantiewoning aftrekken. De staatssecretaris zal het Nederlands beleid op dit punt moeten aanpassen.
Er zijn geen directe gevolgen voor particuliere eigenaren van vakantiewoningen die voor de verhuur btw-ondernemers zijn. Voor de verhuur aan de verhuurorganisatie/vakantiepark blijft het 9% btw-tarief van toepassing.