Toepassing tijdelijk verhoogde schenkingsvrijstelling
Met ingang van 1 januari 2017 is de eenmalige vrijstelling voor schenkingen die worden besteed aan de eigen woning, verhoogd tot € 100.000. Eerder gold een tijdelijke verhoging van deze schenkingsvrijstelling tot dit bedrag in de periode van 1 oktober 2013 tot 1 januari 2015. De tijdelijke verhoging van de schenkingsvrijstelling eigen woning is eerst geregeld in een besluit en later in de wet.
In een besluit van 16 september 2013 heeft de staatssecretaris van Financiën onder voorwaarden goedgekeurd dat de vrijstelling van schenkbelasting voor schenkingen ten behoeve van de eigen woning wordt verhoogd tot € 100.000. De goedkeuring gold ook voor een schenking voor de aflossing van een restschuld die is ontstaan bij de vervreemding van een eigen woning. De goedkeuring gold onder de voorwaarde dat de schenking in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 31 december 2013 werd gedaan. De goedkeuring is gevolgd door een wetswijziging, die op 19 september 2013 is gepubliceerd als onderdeel van het Belastingplan 2014. Daarin staat dat in één kalenderjaar het van schenkbelasting vrijgestelde bedrag tijdelijk werd verhoogd tot € 100.000 mits het een schenking betrof die was bestemd voor een eigen woning. De verhoogde vrijstelling was niet van toepassing indien door het kind in een eerder jaar reeds de verhoogde vrijstelling is toegepast. Volgens de Memorie van Toelichting bij dit wetsvoorstel kon de verhoogde vrijstelling slechts eenmalig worden toegepast.
Gesplitste schenking
Inzet van een procedure was of de totale vrijstelling van € 100.000 kon worden benut door twee schenkingen, waarvan de eerste in 2013 was gedaan en de tweede in 2014. De eerste schenking bedroeg € 70.000; de tweede € 30.000. Beide bedragen zijn gebruikt voor het aflossen van een schuld die betrekking had op de eigen woning. Volgens de rechtbank is het een bewuste keuze van de wetgever geweest om toepassing van de tijdelijk verruimde schenkvrijstelling slechts in één kalenderjaar toe te staan. De mogelijkheid van saldering was er alleen wanneer in 2013 niet € 70.000 maar slechts de reguliere verhoogde vrijstelling van destijds € 51.407 was benut. In dat geval had in 2014 het restant van ruim € 48.000 belastingvrij geschonken kunnen worden. In hoger beroep deelde het hof de opvatting van de rechtbank. De wettekst biedt geen plaats voor de opvatting dat de verhoogde vrijstelling geldt voor schenkingen in een periode van twaalf maanden geldt in plaats van in één kalenderjaar.