Leveringen en diensten leerbedrijf delen in de btw onderwijsvrijstelling
Volgens het Europese Hof is het mogelijk de btw-vrijstelling voor onderwijs en daarmee nauw samenhangende diensten toe te passen op de verkoop van producten en diensten die leerbedrijven van onderwijsinstellingen genereren. Deze uitspraak kan gevolgen hebben voor de btw-behandeling van leveringen en diensten door leerbedrijven van onderwijsinstellingen en de bijbehorende aftrek van voorbelasting.
Het Europese Hof oordeelt dat de btw-onderwijsvrijstelling van toepassing is op de diensten van de leerbedrijven omdat er sprake is van nauw met het onderwijs samenhangende diensten. Hij komt tot dit oordeel omdat de diensten samen worden verricht met het onderwijs dat de betrokken instelling geeft en geen doel op zich vormen.
Het Europese Hof toetst hierbij aan de volgende drie voorwaarden:
- de dienst moet worden verricht door een onderwijsinstelling die in aanmerking komt voor de btw-onderwijsvrijstelling;
- de dienst moet onmisbaar zijn voor het vrijgestelde onderwijs, dat wil zeggen dat het onderwijs niet gelijkwaardig is zonder deze dienst; en
- de dienst mag er niet in hoofdzaak op zijn gericht om aanvullende inkomsten te verkrijgen voor de instelling.
Het Europese Hof weegt een aantal feiten en omstandigheden in zijn oordeel mee:
- de praktijkervaring (het werken in leerbedrijven) is integraal onderdeel van de studie;
- alle restaurant- en theaterdiensten worden geheel aangeboden, georganiseerd en uitgevoerd door de studenten;
- de leerbedrijven richten zich op een apart publiek: ouders, (mede)studenten en een beperkte groep derden die zich op en e-maillijst hebben ingeschreven;
- de leeractiviteit is alleen toegankelijk bij reservering en op voorwaarde dat de inschrijving vol is; en
- het vaste tarief van het leerbedrijf bedraagt (in ieder geval in bepaalde gevallen) slechts 80% van de kostprijs.
Dat het in deze zaak specifiek gaat om restaurantdiensten en theaterdiensten, betekent overigens niet dat deze uitspraak enkel op deze bedrijfstakken van toepassing is. De uitspraak kan ook invloed hebben op de fiscale positie van alle leerbedrijven en onderwijsinstellingen.