Grond voor uitloop van kippen is geen subsidiabele landbouwgrond
Onlangs heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een uitspraak gedaan in een procedure over toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten. Het ging om een biologische kippenhouder die in de Gecombineerde Opgave 2015 toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten had gevraagd op basis van percelen cultuurgrond die gebruikt werden als uitloop voor de kippen.
De NVWA had bij controle geconstateerd dat de betreffende percelen niet waren aan te merken als landbouwareaal. Op de percelen stond nauwelijks gras, maar wel veel brandnetels, ander onkruid, mossen en jonge opslag van bomen. De percelen waren in het verleden ingezaaid met gras en in de loop der jaren waren bomen en struiken geplant ter beschutting tegen roofvogels.
De NVWA concludeerde dat de percelen niet landbouwkundig in gebruik leken en RVO.nl wijzigde daarom de opgegeven subsidiabele gewascode 331 (grasland natuurlijk, hoofdfunctie landbouw) in de niet subsidiabele gewascode 2033 (onbeteelde grond, tijdelijk).
Om voor betalingsrechten in aanmerking te komen, is het onvoldoende dat de grond voor landbouwactiviteiten wordt gebruikt. De grond moet tevens landbouwareaal zijn.
Het CBb stelde vast dat op de betreffende percelen het aandeel grassen en andere kruidachtige voedergewassen niet meer was dan 50%. Daarom kon niet worden gesproken van landbouwareaal, er was sprake van kale grond of van grond waar onkruiden en mossen overheersten als vegetatie.
Het CBb oordeelde daarom dat RVO.nl terecht de percelen niet subsidiabel had geacht. De kippenhouder kreeg voor die percelen geen betalingsrechten toegewezen en uitbetaald.