Fosfaatreductieplan buiten werking voor deel melkveehouders
Verschillende melkveehouders zijn een kort geding gestart tegen de Staat waarin zij gevraagd hebben om de Regeling Fosfaatreductieplan 2017 (hierna: Regeling) voor hen buiten toepassing te verklaren. Zij waren van mening dat zij door de Regeling onredelijk hard werden getroffen. In een zestal zaken heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag hierover op 4 mei 2017 een uitspraak gedaan.
Melkveehouders met uitbreidingsinvesteringen voor 2 juli 2015
Het ging daarbij ten eerste om melkveehouders die op 2 juli 2015 al investeringen hadden gedaan voor de uitbreiding van hun bedrijf. Zij waren verplichtingen aangegaan, met name bij banken. Als zij hun investeringen niet kunnen benutten, ontstaat het gevaar dat zij hun financiële verplichtingen niet meer kunnen nakomen.
De voorzieningenrechter heeft de Regeling voor deze melkveehouders buiten werking gesteld. Belangrijk is daarbij dat deze melkveehouders er volgens de voorzieningenrechter geen rekening mee hoefden te houden dat hun investeringen door de Regeling zouden worden getroffen. Het gaat dan om investeringen die zijn gepleegd voor 2 juli 2015. Deze investeringen zijn gedaan in overeenstemming met al vanaf 1 januari 2015 ingevoerde regelgeving die juist bedoeld is om de mestproductie te beheersen. Deze regelgeving wil kort gezegd grondgebonden groei bevorderen. De bedrijfsvoering wordt door de invoering van de Regeling dusdanig beperkt, dat kan worden aangenomen dat de winstgevendheid in vergaande mate wordt aangetast. De winstgevendheid van deze bedrijven in het licht van de aangegane financieringsverplichtingen is enkel mogelijk door uitbreiding.
Biologische melkveehouders
Enkele eisers hebben een biologisch melkveebedrijf. Volgens de voorzieningenrechter komt de proportionaliteit van de Regeling ten aanzien van de biologische boeren temeer in het gedrang, nu de Regeling een oplossing beoogt te bieden waar biologische boeren geen belang bij hebben, voor een probleem waaraan zij feitelijk niet bijdragen. Biologische boeren blijven met hun mestproductie immers onder de normen van de Nitraatrichtlijn zonder dat zij de derogatie daarvoor nodig hebben.
Andere punten
Andere punten uit de uitspraken:
- De voorzieningenrechter acht artikel 13, lid 1, Landbouwwet, toereikend voor het uitvaardigen van de Regeling.
- De Regeling voorziet slechts in beperkingen ten aanzien van het gebruik van eigendom. De inmenging in de eigendomsrechten moet dan ook niet worden gekwalificeerd als ontneming van eigendom, maar als regulering daarvan in de zin van artikel 1 Eerste Protocol van het EVRM.
Informatie
Deze informatie is gebaseerd op de uitspraken van de Rechtbank Den Haag d.d. 4 mei 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:4632 t/m 4635, 4637 en 4638.