Vleesvee vrijgesteld van fosfaatrechten
De afgelopen maanden heeft er overleg plaatsgevonden tussen organisaties uit de vleesveesector en het Ministerie van LNV over het fosfaatrechtenstelsel en de consequenties voor zoogkoeienhouders. Deze sector heeft niet bijgedragen aan de overschrijding van het fosfaatplafond, maar wordt wel geconfronteerd met het feit dat vrouwelijk jongvee onder de definitie melkvee valt.
De Minister van LNV heeft in een kamerbrief enerzijds de definitie voor jongvee verduidelijkt en anderzijds kondigt zij een vrijstellingsregeling aan. Houders van jongvee van zoogkoeien kunnen straks kiezen of zij deelnemen aan de vrijstellingsregeling of dat zij gewoon onder het fosfaatrechtenstelsel vallen.
Definitie jongvee
Voor jongvee dat wordt gehouden buiten de melkveehouderij zijn alleen fosfaatrechten nodig als de dieren bedoeld zijn om een kalf te krijgen. Voor jongvee dat nooit zal afkalven en dus alleen wordt gehouden voor de productie van vlees, zijn geen rechten nodig. Vleesveehouders moeten dit in hun eigen bedrijfsadministratie aannemelijk kunnen maken en kunnen achteraf worden gecontroleerd op basis van de feitelijke situatie. Dit zal binnenkort worden vastgelegd in een beleidsregel.
De minister sluit niet uit dat er ondernemers zijn die rechten toegekend hebben gekregen waarvoor, gelet op de verduidelijking van de jongveedefinitie, geen rechten nodig waren. De toekenning van deze rechten zal worden herzien. De ondernemers doen er volgens de minister verstandig aan deze rechten voorlopig niet te verhandelen. Het standpunt van de minister dat rechten herzien moeten worden, is echter discutabel. De definitie voor melkvee in de Meststoffenwet is immers niet gewijzigd en de verduidelijking door de minister heeft niet tot nieuwe inzichten geleid.
Vrijstellingsregeling
De vrijstellingsregeling komt er in grote lijnen op neer dat ondernemers die gebruik willen maken van deze regeling, afstand moeten doen van de fosfaatrechten die zij eventueel hebben ontvangen. Daarnaast moeten zij ervoor zorgdragen dat van het bedrijf afgevoerde runderen niet worden aangewend voor de productie van melk in Nederland. Tot slot mogen deze ondernemers geen melkveetak of jongvee opfok voor de melkveehouderij, op hun bedrijf hebben.
Implementatie
De invoering van zowel de beleidsregel als de vrijstellingsregeling is afhankelijk van overleg met de Europese Commissie. De minister streeft naar invoering per 1 juli 2018. Ondernemers die na invoering gebruik willen maken van de vrijstellingsregeling, doen er verstandig aan om eventueel aan hen toegekende fosfaatrechten niet te verhandelen. Zij zullen immers afstand moeten doen van deze rechten (ook de reeds verhandelde rechten) om voor de vrijstelling in aanmerking te komen.
Runderen van zeldzame rassen
De hiervoor beschreven oplossing voor de vleesveehouderij biedt volgens de minister ook een oplossing voor houders van zeldzame runderrassen. Het gros van deze runderen wordt namelijk gehouden voor de productie van vlees. Dit betekent dat houders van zeldzame runderrassen hun bedrijfsvoering ongestoord kunnen voortzetten en zelfs kunnen groeien.
Wel of geen vrijstellingsregeling toepassen
De vrijstellingsregeling zal met name aantrekkelijk zijn voor ondernemers die onvoldoende rechten hebben verkregen of die willen groeien. Voor ondernemers die op termijn willen stoppen, zal de gangbare regeling voordeliger zijn omdat de rechten te verkopen zijn.
Ter informatie
Deze informatie is gebaseerd op een Kamerbrief d.d. 29 maart 2018 van de Minister van LNV.